Meerstammige bomen zijn unieke blikvangers met een speels karakter dankzij de dieptewerking en open structuur van de meerdere stammen. Ze creëren een natuurlijk effect en brengen door hun vorm sfeer in het park, in de tuin, op het plein of in de straat. Meerstammige bomen hebben een grote diversiteit aan verschijningsvormen. In de bebouwde omgeving vormen ze een natuurlijk en schitterend contrast maar ook in de natuurlijk tuin past de meerstammige boom perfect.

Hoogstam bomen (ook wel laanbomen genoemd) hebben een doorgaande harttak van minimaal vijf meter hoog. De stam is vrij gemaakt van zijtakken tot een hoogte van twee meter waarop de vertakking van de kroon begint. Dit is de meest functionele boom doordat de boom op maaiveld weinig ruimte in beslag neemt. De kroon zorgt echter wel voor een goede schaduwprojectie. Hoogstam bomen worden meestal in rijen geplant als laan of straatboom. Maar ook als solitair in parken of op pleinen. Hoogstambomen krijgen vaak pas op latere leeftijd karakter, omdat ze vooral voor de hoogte en doorgaande harttak worden gekweekt. De kroonvorm wordt smal gesnoeid zodat verplanten mogelijk blijft en is dus ook niet te vergelijken met een boom van dezelfde stamdikte die nooit verplant is.  De maat van hoogstambomen wordt bepaald door de stamomtrek van de boom op één meter hoogte.

Beveerde bomen worden ook wel betakte bomen genoemd. Ze hebben een doorgaande harttak en hebben vanaf de grond nog zijtakken. Ze hebben dus geen vrij opgeknipte stam. Een voorbeeld zijn zuilbomen. Een beveerde zuilboom neemt vaak weinig ruimte in. Maar in de openbare ruimte kunnen beveerde bomen ook op een andere manier functioneel zijn. Bij bomen met een gladde bast als beuken beschermen de zijtakken de bast tegen verbranden. Dit lijkt in de nabije toekomst steeds belangrijker te worden als strategie, totdat kronen genoeg ontwikkeld zijn om de bast te beschaduwen. Ook kunnen beveerde bomen in afwisseling met meerstammige bomen een natuurlijke sfeer neerzetten. Dit maakt beveerde bomen ook zeer geschikt voor toepassing in parken of op landgoederen.

Vormbomen zijn bomen die hun vorm alleen kunnen behouden door middel van snoei. Er zijn talloze vormen beschikbaar, zowel met als zonder stam. Denk hierbij aan dakbomen, knotbomen, kandelabers, leibomen, parasolbomen, berceaus, hagen en geometrische vormen.

Halfstam bomen zijn gelijk aan hoogstam bomen maar hebben een stam vrij van zijtakken tot 1.25 - 1.50 meter. Dit maakt ze ideaal voor een toepassing in een kleine tuin. Door goede begeleidingssnoei kunnen ze de juiste vorm krijgen. Veel bomen zijn op deze hoogte geënt waardoor ze niet in stamlengte zullen toenemen. Wordt er gekozen voor een langzame groeier dan is er bovendien weinig onderhoud nodig. Vaak wordt bij fruitbomen gekozen voor halfstammen zodat men goed bij het fruit kan.

Schaduwbomen worden specifiek gekweekt en aangeplant om schaduw te creëren. De vorm is veelal hoog met een brede waaiervormige kroon. Door een dichte kroonopbouw en groot blad zorgen schaduwbomen voor schaduw. Ook kweken we voor deze toepassing specifiek bomen zoals meerstammige dakvormige bomen die veel schaduw geven zoals een dakplataan. Leibomen, zoals een leilinde, zijn geschikt om schaduw op gevels te creëren, en geven met hun vorm direct structuur aan de tuin als ze als los element zijn toegepast.

Fruitbomen kunnen bestaan uit de bekende appels, peren en kersen, maar ook minder alledaagse vruchten als duindoorn, gele kornoelje en pawpaw. Ze worden voornamelijk aangeplant voor de opbrengst van fruit, maar ook voor vogels, kleine zoogdieren en insecten vormen fruitbomen een voedselbron in zowel vruchten als ook de nectar in de bloesem.

Een aparte categorie zijn variëteiten die specifiek geselecteerd voor een sierlijke bloesem of vruchtdracht, die vaak voor mensen minder smakelijk zijn maar voor dieren des te meer. Er zijn bijvoorbeeld tal van sierappels, hun fel gekleurde vruchten steken sierlijk af tegen de herfstkleur van het blad.