Een belangrijk kenmerk van een voedselbos is een gelaagde opbouw van de beplanting voor een rijke oogst. Zo wordt een afwisseling tussen schaduwrijke en zonnige, open plekken gecreëerd. Door een rijkdom aan soorten is er een enorme biodiversiteit in het voedselbos. De kruidlaag en lage heesters geven voornamelijk aan het einde van het voorjaar en begin van de zomer veel voedsel. Bomen en heesters leveren over het algemeen hun vruchten, zoals appels, peren en noten, in het najaar.

Zelfs in de stad waar geen ruimte is voor een voedselbos heeft men een oplossing gevonden in de vorm van een eetbare tuin of daktuin. Een goed voorbeeld van een voedselbos op een daktuin is de aanplant van nootachtige bomen op het Inspyrium in Cuijk. Ook in dit ontwerp zien we een mooie afwisseling met eetbare kruiden, lage heesters en (meerstamige)bomen. Favoriet zijn Carya illinoinensis (pecannoot), Cydonia oblonga ‘Vranja’ (kweepeer) en Diospyros kaki (dadelpruim). Jaarrond te oogsten heesterachtige kruiden als Thymus citriodorus (citroentijm), Rosmarinus officinalis (rozemarijn) en Salvia officinalis (echte salie).