De banyan dankt haar naam aan de banians - handelaren uit India die onder de boom zakendoen. De boom stamt uit de moerbeifamilie (Moraceae) en is inheems in India en Sri Lanka. Voor veel mensen in India, de Himalaya en China is de boom heilig, men neemt aan dat Gautama Boeddha onder een bodhiboom verlichting bereikte.
De enorme kroon van de banyan kan zo breed uitgroeien dat volgens de legende Alexander de Grote met zijn gehele leger onder de boom kon schuilen. Het grootste exemplaar is te vinden in de botanische tuin van Calcutta. Zo'n 200 jaar geleden nestelde deze boom zich in de kroon van een dadelpalm, waarna hij uitgroeide tot de banyan met de grootste kroon van de wereld. De diameter bedraagt maar liefst 131 meter en wordt gesteund door meer dan 1775 luchtwortels, die vanaf de takken tot de grond rijken.
De dubbeldekker hangbrug - Jingkieng Nongriat - is wellicht het meest indrukwekkende voorbeeld van de kracht van de banyan. De Khasi-inwoners van het noordoostelijk gelegen Indiase Nongriat vlochten de luchtwortels van de boom tot een brug, die een gigantische kloof overspant. De wortels werden over een periode van meer dan 25 jaar voortdurend langs een stuk touw over de kloof geleid, tot het moment dat de brug zo sterk was dat hij met stenen 'bestraat' kon worden. Oudere exemplaren van soortgelijke wortelbruggen worden naar zeggen al meer dan 500 jaar gebruikt.