Duurzame groenprojecten - en bomen in het bijzonder - dragen in belangrijke mate bij aan het natuurlijke evenwicht in de bebouwde omgeving. Bomen spelen een rol in de vermindering van het hitte-eilandeffect in de stedelijke omgeving. Door verdamping creëren bomen een grotere luchtvochtigheid en dragen ze bij aan de reductie van de temperatuur en CO2. In steden, langs autowegen en in industriële gebieden zorgen bomen ook voor fijnstofbinding.
Een plantgat dient zorgvuldig gegraven te worden. De ruimte die de boom krijgt in het plantgat is niet gelijk aan de ruimte die het wortelstelsel inneemt. Daarnaast is voor de aanplant van bomen in stedelijke gebieden veelal bodemverbetering noodzakelijk. Het plantgat kan door middel van spitten, groeiplaatsinrichting met bomenzand of bomengranulaat voorbereid worden op het planten. Schimmelgedomineerde humuscompost kan eveneens helpen.
Voor het vervoer van bomen naar het plangebied is het juiste materieel van groot belang. De aannemer die de boom gaat planten, moet van te voren op de hoogte zijn van de afmetingen en het gewicht van de bomen en daar in zijn prijsaanbiedingen rekening mee houden.
Bomen en lichtmasten worden vaak om en om in een rechte lijn geplaatst. Dit leidt vaak tot problemen. Om de afstand van een lichtmast tot een boom te bepalen zijn drie factoren van belang: 1. de takvrije stam tot waar de kroon begint; 2. de kroonbreedte; 3. de lichtpunthoogte.