Prunus serrulata 'Ukon'

Prunus serrulata ‘Ukon’ (sierkers ‘Ukon’, synoniem Prunus serrulata f. grandiflora) werd in 1813 beschreven in Japan. De boom werd door de Japanners ‘Ukon’ genoemd, naar het kruid kurkuma. De bloemen worden echter niet zo geel als de specerij. Duitse arts, wetenschapper en botanicus Philip Franz Von Siebold bracht de selectie in 1830 mee vanuit zijn reis naar Japan, ‘Ukon’ was daarmee de eerste Japanse sierkers in Europa. De cultivar bereikt een hoogte tot acht meter en heeft een vaasvormige kroon, die tot vijf meter breed kan worden. Prunus serrulata ‘Ukon’ heeft in de jeugdfase absoluut vormsnoei nodig voor een goede vertakking. 

Eind april, begin mei gaan de bloemen van de selectie ‘Ukon’ open, ongeveer tegelijk met de bloemen van Prunus serrulata ‘Kanzan’. De bloesem begint groengeel en verkleurt daarna langzaam naar crèmegeel. Wanneer de bloemen bijna zijn uitgebloeid, krijgt het bloemhart een roze kleur. Tegelijkertijd met de bloei loopt het ovale, gezaagde blad bronskleurig uit. Dit vormt een mooi contrast met de gele bloesem. Cultivar ‘Ukon’ heeft een spectaculaire roodviolette herfstverkleuring. De bast van de boom is grijsbruin en glad en de twijgen zijn geelgroen en kaal, met de voor sierkersen kenmerkende lenticellen. Prunus serrulata ‘Ukon’ draagt geen vruchten. 

Sierkers ‘Ukon’ verdraagt geen natte, arme of winderige standplaatsen, maar is verder erg sterk en gezond. Plant de boom op een beschutte en zonnige locatie, op een voedselrijke en goed doorlatende bodem. Door de brede kroonvorm is Prunus serrulata ‘Ukon’, zoals de meeste bomen uit de Prunus serrulata familie, te breed om in straten toe te passen. De boom komt veel mooier tot haar recht in (grote) tuinen, groenstroken of andere parkachtige situaties.