Zelkova carpinifolia (Kaukasische schijniep) groeit van nature in de Trans Kaukasus en komt daar in verspreide populaties voor. Het is een van de meest iconische relict soorten, waarvan de grootste in het Hyrcaanse woud en het Colchische gebied staan. Deze wouden behoren tot de oudste, meest soortenrijke bossen in West Eurazië, met daarin onder andere ook Albizia julibrissin, Parrotia persica en Quercus castaneifolia. Zelkova carpinifolia, die in cultuur het meeste wordt gekweekt, heeft een kenmerkende vorm: meerstammig of met een lage, zware en afstaande takaanzet die hoger in de boom sterk opgaand groeit, tot een dichte vaasvormige kroon met bezemachtige vertakkingen. De Kaukasische schijniep kan tussen de twintig en 35 meter hoog worden bij tien meter breed, al zijn er in de natuur ook exemplaren van wel 850 jaar oud bekend, die tot een hoogte van veertig meter reiken.
De bast van de Kaukasische schijniep is op jonge leeftijd grijs en glad, net als die van de beuk. Pas op latere leeftijd begint de bast af te bladderen in kleine plaatjes, waardoor een lichtere onderschors zichtbaar wordt. Het eironde, getande, donkergroene blad is groter en minder toegespitst dan dat van zijn Aziatische broer Zelkova serrata, het heeft een gezaagde bladrand en de onderzijde is lichter groen. Zelkova carpinifolia heeft bruine twijgen die voorzien zijn van lenticellen en de bomen hebben zowel vruchtbare twijgen, waar dus onopvallende groene bloemen op voorkomen, als onvruchtbare twijgen zonder bloemen. Na de bloei verschijnen eveneens onopvallende, geelbruine steenvruchtjes die in de bladoksels van de boom worden gevormd.
Zelkova carpinifolia is een lichtminnende bosboom die van nature op vochtige en voedselrijke gronden groeit en slecht tegen continue natte omstandigheden kan. Deze karakteristieke, traag groeiende boom komt het mooiste tot zijn recht in parkachtige situaties, waar uiteindelijk monumentale afmetingen bereikt kunnen worden. Zelkova carpinifolia vormt geregeld uitlopers en is ook op jonge leeftijd al een echte blikvanger door zijn grillig gevormde kroon.